MAZDA MODEL 3 HATCHBACK 2016 Beknopte handleiding (in Dutch)
Manufacturer: MAZDA, Model Year: 2016, Model line: MODEL 3 HATCHBACK, Model: MAZDA MODEL 3 HATCHBACK 2016Pages: 39, PDF Size: 1.23 MB
Page 1 of 39

1
2
6
34
35
Beknopte handleiding Beknopte handleiding
Het doel van deze Beknopte handleiding is een eenvoudige uitleg te geven van het gebruik
van bepaalde voorzieningen waarmee uw Mazda3 is uitgerust.
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Alvorens te gaan rijden
Tijdens het rijden
Interieurvoorzieningen
Onderhoud en verzorging
De betekenis van elk van de symbolen die in de Beknopte handleiding gebruikt worden is als volgt:
Gedetailleerde verklaring ten aanzien van bepaalde informatie.
36Als er zich een probleem voordoet
Page 2 of 39

1
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Elektrische bediening
Voor het hoger zetten van de hoofdsteun, deze tot in de gewenste positie
omhoog trekken.
Hoofdsteunen Gebruik van de zittingen
Voor de handbediende en elektrische zittingafstelling zijn onderstaande
zittingafstelfuncties beschikbaar.
Lengteverstelling
Afstelling van de hoogte
Rugleuningverstelling
Afstelling van de lendesteun
(Bestuurdersstoel)
Voor het omlaag zetten van de hoofdsteun, de ontgrendeling indrukken en
vervolgens de hoofdsteun omlaag drukken.
Stel de hoofdsteun zodanig af dat het midden daarvan op gelijke hoogte is met
de bovenzijde van de oren van de passagier.
Buitenste zitting van
voorzittingBuitenste zitting van
achterzittingMiddelste zitting van
achterzitting
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 2, “Zittingen”.
Page 3 of 39

Verzoekschakelaar
Buitenantenne
Alleen vergrendelen
(Hatchback)
Werkingsbereik80 cm 80 cm
Verzoekschakelaar
Ontgrendelhendel
Alvorens te gaan rijden
Werkingsbereik
Het geavanceerde afstandbediende portiervergrendelingssysteem werkt uitsluitend wanneer de bestuurder
zich in de auto of binnen het werkingsbereik bevindt en de geavanceerde sleutel bij zich heeft.
Alle portieren en de achterklep/het kofferdeksel kunnen vergrendeld/ontgrendeld
worden door de verzoekschakelaar op de voorportieren in te drukken wanneer u de
sleutel bij u draagt.
(Hatchback)
Vergrendelen, ontgrendelen met de verzoekschakelaar
Afstelling van het stuurwiel
1. Breng de auto tot stilstand en trek vervolgens de
ontgrendelhendel onder de stuurkolom naar beneden.
3. Probeer alvorens te gaan rijden het stuurwiel
omhoog en omlaag te duwen om te controleren of
dit vergrendeld is. 2. Verander de hoek van het stuurwiel en/of stel de
lengte van de stuurkolom af tot in de gewenste
posities en duw vervolgens de hendel omhoog om
de stuurkolom te vergrendelen.
2
Voorportieren (Vergrendelen/Ontgrendelen) Achterklep (Alleen Hatchback slot)
De verzoekschakelaar op de achterklep kan alleen worden gebruikt voor het
vergrendelen van alle portieren en de achterklep.
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 3, “Sleutels”, “Portieren en sloten” of “Stuurwiel”.
Page 4 of 39

3
Alvorens te gaan rijden
ON/OFF toets
Indicatielampje
Middenpositie
Spiegelschakelaar
AUTO stand
(neutraalstand)
Buitenspiegels
1. Draai de spiegelschakelaar naar links
(L) of rechts (R) voor het kiezen van de
linker of de rechter zijspiegel.
2. Druk de spiegelschakelaar in de
gewenste richting.
Binnenspiegel
Automatische dimspiegel
De automatische dimspiegel vermindert
automatisch verblinding door de koplampen van
achteropkomende voertuigen wanneer het contact
op ON staat.
Druk op de ON/OFF toets om de automatische
dimfunctie uit te schakelen. Het indicatielampje
gaat uit.
Druk voor het opnieuw inschakelen van de
automatische dimfunctie op de ON/OFF toets . Het
indicatielampje gaat branden. Het automatisch inklapmechanisme
werkt wanneer het contact op ACC of
OFF wordt gezet. Automatisch inklapmechanisme
Wanneer de schakelaar van de
automatisch inklapbare buitenspiegel
naar de stand AUTO wordt gedrukt
(neutraalstand), worden de buitenspiegels
automatisch in- en uitgeklapt wanneer de
portieren vergrendeld en ontgrendeld
worden.
Ook wanneer het contact op ON wordt
gezet of de motor wordt gestart, worden
de buitenspiegels automatisch uitgeklapt.
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 3, “Spiegels”.
Page 5 of 39

4
Alvorens te gaan rijden
Voorpassagiersruit
Ruit rechtsachter
Hoofdbedieningsschakelaars
Bestuurdersruit
Ruit linksachter
Vereiste brandstof en Inhouden
*1 Europa MZR 1.6, SKYACTIV-G 1.5, SKYACTIV-G 2.0, SKYACTIV-G 2.5
Bij het tanken altijd tenminste 10 liter brandstof bijvullen.
De auto zal efficiënt functioneren op dieselbrandstof met
specificatie EN590 of gelijkwaardig.Brandstof
Inhoud
51,0 liter
SKYACTIV-D 1.5, SKYACTIV-D 2.2
Loodvrije super brandstof
(overeenkomstig EN 228 en
binnen E10)
*1
BrandstofOctaangetal (RON) Inhoud
95 of hoger
51,0 liter
90 of hoger Normale loodvrije brandstof
92 of hoger
Sluiten
Openen
Werking van de elektrische ruitbediening
Elke passagiersruit kan ook bediend worden via het gebruik van de
hoofdbedieningsschakelaars van de elektrische ruitbediening op het bestuurdersportier.
Duw voor het sluiten van de ruit tot in de gewenste positie de schakelaar licht omhoog. Duw voor het openen van de ruit tot in de gewenste positie de schakelaar licht omlaag.
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 3, “Ruiten” of “Brandstof en emissie”.
Loodvrije superbrandstof
(binnen E85)*295 of hoger
*2 Thailand
Page 6 of 39

Alvorens te gaan rijden
5
Openen
Sluiten
Ontgrendeling
voor afsluitklep
brandstoftankdop
Afsluitklep van brandstoftankdop
Trek aan de interieur-ontgrendelknop voor de
afsluitklep van de brandstoftankdop om de
afsluitklep te openen.
Afsluitklep van brandstoftankdop en brandstoftankdop
Brandstoftankdop
Draai voor het verwijderen van de brandstoftankdop
deze linksom.
Bevestig de verwijderde dop aan de
binnenzijde van de afsluitklep.
Draai voor het sluiten van de brandstoftankdop
deze rechtsom totdat u een klik hoort.
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 3, “Brandstof en emissie”.
Page 7 of 39

Tijdens het rijden
6Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “Motor start/stop”.
Indicatielampje
Startdrukknop
Starten van de motor
(SKYACTIV-D 1.5, SKYACTIV-D 2.2)
• De startmotor draait niet rond totdat het voorgloei-indicatielampje is uitgegaan.
• Laat bij het starten van de motor het koppelingspedaal (handgeschakelde
versnellingsbak) of het rempedaal (automatische transmissie) niet los totdat het
voorgloei-indicatielampje in de instrumentengroep uitgaat, na het indrukken van
de startdrukknop.
1. Zorg er voor dat de handrem aangetrokken is.
2. Blijf het rempedaal stevig intrappen totdat de
motor volledig gestart is.
3. (Handgeschakelde versnellingsbak)
Blijf het koppelingspedaal stevig intrappen
totdat de motor volledig gestart is.
(Automatische transmissie)
Zet de keuzehendel in stand P (parkeren). Als u
de motor moet starten wanneer de auto in
beweging is, dient u de keuzehendel in stand N
(neutraal) te zetten.
4. Druk op de startdrukknop nadat zowel het KEY
indicatielampje (groen) in de instrumentengroep als het
indicatielampje van de startdrukknop (groen) zijn gaan
branden.
• Als voor het starten van de motor het koppelingspedaal (handgeschakelde
versnellingsbak) of het rempedaal (automatische transmissie) wordt losgelaten,
het koppelingspedaal (handgeschakelde versnellingsbak) of het rempedaal
(automatische transmissie) nogmaals intrappen en de startdrukknop indrukken
om de motor te starten.
• Als u nadat de gloeibougies zijn opgewarmd het contact gedurende langere tijd
in de stand ON laat staan zonder dat de motor draait, worden de gloeibougies
mogelijk opnieuw opgewarmd en gaat het voorgloei-indicatielampje branden.
Page 8 of 39

Tijdens het rijden
Handgeschakelde versnellingsbak
2. Zet terwijl u het koppelingspedaal intrapt de versnellingshendel in de
neutraalstand. De motor stopt nadat het koppelingspedaal is losgelaten.
3. (SKYACTIV-G 1.5, SKYACTIV-G 2.0, SKYACTIV-G 2.5)
1. Breng de auto tot stilstand door eerst het rempedaal en vervolgens het
koppelingspedaal in te trappen.
De motor herstart automatisch wanneer u het koppelingspedaal intrapt of dit
begint los te laten.
OPMERKING
Het moment waarop de motor herstart verschilt afhankelijk van de kracht
waarmee het rempedaal wordt ingetrapt.
Gebruik van de i-stop functie
De i-stop functie zet de motor automatisch stop wanneer de auto bij een
verkeerslicht stil staat of in het verkeer vast komt te zitten en herstart vervolgens de
motor automatisch om het rijden te hervatten. Het systeem draagt bij tot een
verminderd brandstofverbruik, minder uitstoot van uitlaatgassen en doet het geluid
van het stationair draaien verdwijnen wanneer de motor is stopgezet.
OPMERKING
• Wanneer de motor gestopt is. • Het i-stop indicatielampje (groen) gaat in onderstaande gevallen branden:
Wanneer tijdens het rijden aan de voorwaarden voor het stoppen van de
motor is voldaan. • (Behalve Europees model)
• Het i-stop indicatielampje (groen) gaat uit wanneer de motor herstart.
(SKYACTIV-D 1.5, SKYACTIV-D 2.2)
De motor herstart automatisch zodra het koppelingspedaal wordt ingetrapt.
7Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “Motor start/stop”.
Page 9 of 39

8
Tijdens het rijden
i-stop OFF schakelaar
De i-stop functie kan uitgeschakeld
worden door het indrukken van de
schakelaar totdat de zoemtoon klinkt en
het i-stop waarschuwingslampje (oranje)
in de instrumentengroep gaat branden.
De i-stop functie kan opnieuw
ingeschakeld worden door de
schakelaar opnieuw in te drukken
totdat de zoemtoon klinkt en het
i-stop waarschuwingslampje (oranje)
uit gaat. Automatische transmissie
2. De motor herstart automatisch wanneer het rempedaal wordt losgelaten met de
keuzehendel in de stand D of M (niet in blokkeermodus voor tweede
versnelling). 1. De motor stopt wanneer tijdens het rijden het rempedaal wordt ingetrapt
(behalve tijdens het rijden in de stand R of M, blokkeermodus voor tweede
versnelling) en de auto tot stilstand is gebracht.
3. Als de keuzehendel in de stand N of P staat, herstart de motor niet wanneer het
rempedaal wordt losgelaten. De motor herstart wanneer het rempedaal nogmaals
wordt ingetrapt of de keuzehendel naar de stand D, M (niet in blokkeermodus
voor tweede versnelling) of stand R wordt verplaatst. (Houd met het oog op de
veiligheid wanneer de motor gestopt is tijdens het verplaatsen van de
keuzehendel altijd het rempedaal ingetrapt.)
Gebruik van de i-stop functie
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “Motor start/stop”.
Page 10 of 39

9
Tijdens het rijden
i-stop waarschuwingszoemer
Als het stationair draaien van de motor is gestopt en het bestuurdersportier wordt
geopend, klinkt er een waarschuwingstoon om de bestuurder te attenderen dat het
stationair draaien is gestopt. Dit stopt wanneer het bestuurdersportier wordt gesloten.
i-stop indicatielampje (groen)/waarschuwingslampje (oranje)
i-stop indicatielampje (groen)
• Het lampje gaat branden wanneer de motor gestopt is en
gaat uit wanneer de motor herstart.
Het lampje gaat branden wanneer tijdens het rijden aan de
voorwaarden voor het stoppen van de motor is voldaan.
• Het lampje gaat branden wanneer het contact op ON
wordt gezet en gaat uit wanneer de motor gestart wordt. i-stop waarschuwingslampje (oranje)
• Het lampje gaat branden wanneer de i-stop OFF schakelaar
wordt ingedrukt en het systeem wordt uitgeschakeld.
• (Behalve Europees model)
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “Motor start/stop”.